
Het grootste deel van de financieel advieskantoren bestaat uit generalisten. Een vergelijking met de medische sector ligt voor de hand: de huisarts is als generalist de “bekende” van de patiënt. De patiënt kan de deskundigheid van de huisarts niet beoordelen, maar vertrouwt hem of haar wel en vindt het vanzelfsprekend dat de arts zijn grenzen aangeeft en patiënten naar de juiste specialist stuurt.
Waar huisartsen er alles aan doen om meer met “hun” vak bezig te zijn en alles wat daarvan afleidt, zoals administratie, zoveel mogelijk door anderen laten uitvoeren, lijkt het alsof bij de financiële adviseurs een omgekeerde ontwikkeling plaatsvindt. Binnen financieel advieskantoren is er een groeiende belangstelling om het terrein van deskundigheid te verbreden, bijvoorbeeld op de gebieden van vermogen, aan- en verkoopbegeleiding, estate planning, relatiebeëindiging en energieprestaties.
Wanneer je uitgeleerd bent op jouw kernactiviteit en er nog extra intellectuele ruimte over is, begrijp ik de wens tot verbreding van kennis. Maar ik geloof niet dat je als financieel adviseur zo snel “uitgeleerd” bent. Wanneer verbreding van aandachtsgebieden leidt tot minder onderhoud van de kerncompetentie, weet ik niet of dit een goede ontwikkeling is.
Als patiënt kies je, wanneer je de keuze hebt, liever voor een chirurg die een bepaalde operatie bijvoorbeeld 60 keer per jaar uitvoert in plaats van een chirurg die deze operatie maar tweemaal per jaar verricht. Zo is het ook met de nevenactiviteiten van de financieel adviseur. Generalisten die een nevenactiviteit toevoegen aan hun dienstverlening, lopen het risico minder bekwaam te zijn dan collega’s die in die nevenactiviteit gespecialiseerd zijn. Ook vanuit beroepsaansprakelijkheid vraagt een dergelijke verbreding extra aandacht. Zowel vanuit de positie van de dienstverlener die minder snel dan de specialist “bijzonderheden” zal opmerken, als vanuit de positie van de beroepsaansprakelijkheidsverzekeraar.
Dat die verbreding van dienstverlening ook aanleiding kan zijn voor nieuwe, ethische vraagstukken blijkt uit een recente uitspraak van de CG-Kifid[1] waarin de vraag aan de orde kwam of het gelijktijdig zijn van aankoopbegeleider en hypotheekadviseur leidt tot een situatie waarin sprake is van belangenverstrengeling.
Wanneer je zo’n specialist niet op jouw eigen kantoor beschikbaar hebt en het kantoor toch deze diensten aan de relaties wil aanbieden, is een andere optie om als kantoor te streven naar een eigen netwerk van specialisten en dezen ook onderdeel te laten uitmaken van de bedrijfsvoering van het kantoor. Dit kan door op de site van het kantoor deze specialisten te benoemen, of op vaste momenten jouw klanten door deze specialisten op jouw kantoor te laten helpen. Het zal echt snel wennen: “De eerste en derde vrijdag van de maand is onze scheidingsdeskundige op ons kantoor beschikbaar”.
Het pleidooi zal denk ik duidelijk zijn: blijf je bekwamen op je kerncompetentie, want je hebt een fantastisch mooi vak waar je nooit op uitgeleerd bent. Werk voor andere onderwerpen samen met specialisten die je aan jouw kantoor weet te verbinden. Want samen weet je meer.
[1] https://www.kifid.nl/wp-content/uploads/2025/02/Uitspraak-2025-0108.pdf
Schrijf u dan in voor onze nieuwsbrief
De Wel 14 – 16 3871 MV Hoevelaken
Postbus 44 3870 CA Hoevelaken
Tel: 033 258 04 60
Mail: info@dfobv.nl