De onderhandelaars die verbonden zijn aan de verschillende organisaties binnen onze sector hebben er jarenlang over gepolderd. Transparantie van provisie bij particuliere schadeverzekeringen: ja of nee en zo ja, hoe dan? Na de nodige wisselingen in politieke visies is het met ingang van 1 juli 2024 toch eindelijk zo ver.
Voor het resultaat van dit wetgevingsproces is schaamte op zijn plaats. Ik heb het niet over de motivatie die aan deze transparantie ten grondslag ligt. Hiermee kun je het eens zijn of niet. Het democratische wetgevingsproces is keurig afgewerkt en daarmee is de motivatie waarom tot deze wijziging is overgegaan een gegeven. Maar aan fatsoenlijke wetgeving mag je bepaalde basisvoorwaarden stellen. Bijvoorbeeld de basisvoorwaarden van rechtvaardigheid en doelmatigheid. Ik ben van mening dat bij deze wetswijziging aan beide basisvoorwaarden niet is voldaan.
Het beginsel van rechtvaardigheid kun je in onze branche vertalen naar ‘een gelijk speelveld’. Hiervan lijkt geen sprake wanneer ik kijk naar de duizenden vrijgestelde bemiddelaars zoals fietshandelaren en reisbureaus, die in relatie tot hun hoofddienstverlening daaraan gerelateerde verzekeringen kunnen adviseren en daarvoor provisie ontvangen zonder hierover transparant te hoeven zijn.
Datzelfde geldt voor de grote bemiddelaars die mantelovereenkomsten met werkgevers en organisaties afsluiten op het gebied van zorgverzekeringen. Een mantelovereenkomst is geen verzekering. De werknemer of het lid tekent in op een bestaand contract en kent in de meeste gevallen de adviseur die het mantelcontract heeft afgesloten niet. Deze adviseur kan wel provisie ontvangen die gerelateerd is aan het aantal personen dat op het contract intekent, maar kan en hoeft naar de consument niet transparant over zijn provisie te zijn. Een transparantie die, wanneer die verplichting er wel zou zijn, overigens niet bijdraagt aan het doel waarvoor deze transparantie is ingesteld. Immers de klant kent de adviseur van het moedercontact helemaal niet. De identiteit van de adviseur speelt geen enkele rol in de beslissing van de klant om wel of niet een zorgverzekering op basis van het mantelcontract af te sluiten.
Ik ben ervan overtuigd dat vóór 1 juli a.s. nieuwe voorbeelden zullen opduiken waarvan je kunt stellen: dat is niet wat de wetgever heeft beoogd”
Rechtvaardigheid is er ook niet bij de aanbieder met een eigen landelijk gespreid winkelnet waar de particuliere klanten over de eigen verzekeringen worden geadviseerd.
Het zijn maar enkele voorbeelden. Ik ben ervan overtuigd dat vóór 1 juli aanstaande nieuwe voorbeelden zullen opduiken waarvan je kunt stellen: dat is niet wat de wetgever heeft beoogd.
Ook over de doelmatigheid kunnen twijfels bestaan. Het doel van de wetgever is dat de consument zich in een zo vroeg mogelijk stadium gaat verdiepen in de dienstverlening die de adviseur en bemiddelaar verlenen. Vanuit de wens dat na dit inzicht de consument zich gaat beraden of hij het contact met deze financieel dienstverlener wil voortzetten dan wel zich gaat begeven naar een collega van deze adviseur.
Aan deze wens van de wetgever is niets mis. Integendeel. Je zou willen dat alle consumenten zich inderdaad goed oriënteren op het belang van goed advies, begeleiding en onderhoud op het gebied van alle financiële diensten. Of deze wet deze gewenste attitude van de klant zal realiseren mag betwijfeld worden. Een associatie met de vergelijkingskaart dringt zich op: hoeveel consumenten laten zich in hun keuze voor de adviseur nu echt leiden door de vraag of de adviseur in een precontractueel plaatje schetst hoe onafhankelijk hij kan adviseren?
De samenleving is in alle geledingen complexer geworden. Dat maakt ook het adviesproces complexer”
Bij de doelmatigheid speelt nog iets anders. De huidige provisiepercentages zijn ontstaan ver in de vorige eeuw. De onderliggende premies mogen sinds die tijd gestegen zijn, maar de provisiepercentages zijn in al die jaren gelijk gebleven. Dat geldt ook voor de kosten van de financieel advieskantoren. Wat wel veranderd is, is dat de verwachtingen die de samenleving van de redelijk handelend en redelijk bekwaam adviseur heeft, sinds de vorig eeuw als een raket zijn gestegen. De samenleving is in alle geledingen complexer geworden. Dat maakt ook het adviesproces complexer. Met als resultaat dat er naar mijn mening geen ‘eenvoudige’ verzekeringen meer zijn. Over de inhoud van onderhoud en nazorg denken wij tegenwoordig ook anders dan in de vorige eeuw toen de huidige provisiepercentages gangbaar werden.
Het is legitiem je af te vragen of voor een echt goed advies en een echt goed traject van onderhoud en nazorg de huidige provisies voor particuliere schadeverzekeringen voor gemiddelde consumenten nog voldoende zijn?
Als de transparantie van provisie effectief nageleefd wordt en als dit daadwerkelijk impact zou hebben op de besluitvorming van de klant en als de huidige hoogte van de provisie inderdaad onvoldoende zou zijn om een goede prestatie te leveren, dan dreigt het gevaar dat adviseurs concessies moeten doen aan hun dienstenpakket. Wat méér zou moeten worden, wordt dan minder. Dit wordt mede veroorzaakt doordat de wetgever heeft nagelaten, ondanks jaren met pleidooien vanuit de AFM, onderhoud en nazorg een plek te geven in de wetgeving.
In de landelijke politiek heeft de Toeslagaffaire bij de nodige instellingen geleid tot zelfreflectie over de vraag waarom de eigen organisatie in de jaren die hebben geleid tot deze affaire niet heeft gefunctioneerd zoals van haar verwacht had mogen worden.
Hoe ongemakkelijk misschien ook, het zou naar mijn mening ook de deelnemers aan het poldermodel binnen onze sector louteren als ze ten aanzien van het wetgevingsproces dat heeft geleid tot de komende, actieve transparantie van provisie bij schadeverzekering overgaan tot zelfreflectie. Wanneer de conclusie zou zijn dat er iets valt te verbeteren dan is dat in elk geval al een eerste mooi resultaat van deze wetgeving.
Schrijf u dan in voor onze nieuwsbrief
De Wel 14 – 16 3871 MV Hoevelaken
Postbus 44 3870 CA Hoevelaken
Tel: 033 258 04 60
Mail: info@dfobv.nl